3 Het dier binnen de zorgethiek
3.1 Het dier binnen de zorgethiek - vragen
Lees de informatie van paragraaf 3.2.1 op bladzijde 55 van het handboek Dieren in de zorg.
3.1 “Om het gedrag van een dier goed te kunnen begrijpen, moeten we zoveel mogelijk naar een dier kijken alsof het een mens is.”
Dat klopt, deze bewering is niet waar. Om het gedrag van een dier goed te kunnen begrijpen, moeten we er juist voor waken dat we naar een dier kijken alsof het een mens is. Je noemt het kijken naar een dier alsof het een mens is een antropomorfe benadering. Veel verzorgers en eigenaren van dieren hebben de neiging om op deze manier naar dieren te kijken. Daardoor wordt het dierengedrag verkeerd begrepen en wordt het dier daardoor verkeerd verzorgd.
Onjuist. Deze bewering is niet waar. Om het gedrag van een dier goed te kunnen begrijpen, moeten we er juist voor waken dat we naar een dier kijken alsof het een mens is. Je noemt het kijken naar een dier alsof het een mens is een antropomorfe benadering. Veel verzorgers en eigenaren van dieren hebben de neiging om op deze manier naar dieren te kijken. Daardoor wordt het dierengedrag verkeerd begrepen en wordt het dier daardoor verkeerd verzorgd.
Afb. 3.1
Lees de informatie van paragraaf 3.2.1 op bladzijde 55 van het handboek Dieren in de zorg.
3.2 Wat zijn voorbeelden van een antropomorfe benadering van een dier door een mens (dat is: kijken naar het dier alsof het een mens is)?
Goed. Dit zijn inderdaad voorbeelden van een antropomorfe benadering van een dier. Apen die hun tanden laten zien lachen niet, maar zijn agressief. Paarden die hun gebit tonen zijn aan het ruiken. En honden die de bank kapot bijten zijn niet boos of agressief maar hebben last van stress. Verkeerd begrip van dit gedrag leidt vaak tot verkeerde verzorging. Zo krijgt een hond die een bank kapot bijt vaak straf van zijn baas. Terwijl de baas niet zou moeten straffen maar de oorzaak van de stress zou moeten wegnemen.
Dit is niet het goede antwoord. Apen die hun tanden laten zien lachen niet, maar zijn agressief. Paarden die hun gebit tonen zijn aan het ruiken. En honden die de bank kapot bijten zijn niet boos of agressief maar hebben last van stress. Verkeerd begrip van dit gedrag leidt vaak tot verkeerde verzorging. Zo krijgt een hond die een bank kapot bijt vaak straf van zijn baas. Terwijl de baas eigenlijk de oorzaak van de stress zou moeten wegnemen.
Bekijk de afbeelding op pagina 52 en lees de informatie in de cirkel.
3.3 Wat zijn volgens het Welfare Quality-systeem de vier belangrijkste dingen waaraan we het welzijn van dieren kunnen meten?
Inderdaad. Het Welfare Quality-systeem is een systeem waarmee je op een gestructureerde manier het welzijn van een dier kunt meten. Hoe meer onderdelen op de cirkel kunnen worden afgevinkt, hoe beter het gesteld is met het welzijn van het dier.
Dat klopt niet. De vier belangrijkste dingen waaraan je het dierenwelzijn kunt afmeten zijn goede huisvesting, goede voeding, normaal gedrag en goede gezondheid. Het Welfare Quality System is een systeem waarmee je op een gestructureerde manier het welzijn van een dier kunt meten. Hoe meer onderdelen op de cirkel kunnen worden afgevinkt, hoe beter het gesteld is met het welzijn van het dier.
3.4
Lees de informatie over het verschil tussen waarden en normen in paragraaf 3.3.2. op bladzijde 57 en 58 van het handboek Dieren in de zorg. Bekijk ook deze website: dierenmuseum.
3.5 In de ethiek wordt - heel kort gezegd - nagedacht over wat goed is om te doen. Wat we goed vinden om te doen heeft te maken met onze waarden en normen. Hoort de volgende omschrijving bij waarden of bij normen?
Goed gedaan! Waarden zijn idealen die we nastreven of toestanden die we graag willen realiseren. Normen zijn gedragsregels die bij een waarde horen. Het zijn regels om een waarde te kunnen realiseren.
Helaas, dat is niet het goede antwoord. Waarden zijn idealen die we nastreven of toestanden die we graag willen realiseren. Normen zijn gedragsregels die bij een waarde horen. Het zijn regels om een waarde te kunnen realiseren.
Lees de informatie van paragraaf 3.3.2 bladzijde 57 van het handboek Dieren in de zorg.
3.6 Wat zijn voorbeelden van waarden?
Klopt. Dit zijn voorbeelden van waarden. Waarden zijn idealen die we nastreven of toestanden die we graag willen realiseren. De andere onderdelen zijn voorbeelden van normen die bij waarden horen. Zo hoort de norm ‘niet pesten’ bij de waarde ‘respect voor anderen’. ‘Niet roken’ hoort bij de waarde ‘gezondheid’. En ‘je huisdier voldoende eten geven’ hoort bij de norm ‘dierenwelzijn’.
Niet goed. Dit zijn voorbeelden van waarden. Waarden zijn idealen die we nastreven of toestanden die we graag willen realiseren. De andere onderdelen zijn voorbeelden van normen die bij waarden horen. Zo hoort de norm ‘niet pesten’ bij de waarde ‘respect voor anderen’. ‘Niet roken’ hoort bij de waarde ‘gezondheid’. En ‘je huisdier voldoende eten geven’ hoort bij de norm ‘dierenwelzijn’.
Lees de informatie op bladzijde 36 (de tekst in het kader) en paragraaf 3.3.5 op bladzijde 60 en 61 van het handboek Dieren in de zorg.
3.7 Van dieren zeggen we dat ze een intrinsieke waarde hebben. Wat betekent dit?
Goed geantwoord. Dat een dier een intrinsieke waarde heeft, betekent dat het een eigen waarde heeft. Deze eigen waarde heeft het dier omdat het gevoel kent. Als we een dier voor onze doelen gebruiken (bijvoorbeeld in AAT-zorg) moeten we altijd rekening houden met deze eigen waarde van het dier. Een dier is geen ‘ding’, waarmee we kunnen doen wat we willen.
Niet goed. Dat een dier een intrinsieke waarde heeft, betekent dat het een eigen waarde heeft. Deze eigen waarde heeft het dier omdat het gevoel kent. Als we een dier voor onze doelen gebruiken (bijvoorbeeld in AAT-zorg) moeten we altijd rekening houden met deze eigen waarde van het dier. Een dier is geen ‘ding’, waarmee we kunnen doen wat we willen.
Lees de informatie van paragraaf 3.3.5 op bladzijde 60-62 van het handboek Dieren in de zorg.
3.8 Waaruit bestaat de ethiek rondom `dieren in de zorg’?
Prima! Ethiek rondom ‘dieren in de zorg’ is altijd dubbele ethiek. Het gaat om dierethiek én mensethiek is. Er zijn altijd twee kwetsbare groepen waar we ethisch verantwoord mee om moeten gaan: dier én mens.
Helaas, fout geantwoord. Ethiek rondom ‘dieren in de zorg’ is altijd dubbele ethiek. Het gaat om dierethiek én mensethiek is. Er zijn altijd twee kwetsbare groepen waar we ethisch verantwoord mee om moeten gaan: dier én mens.
Afb. 3.2
Lees de informatie van paragraaf 3.3.2 op bladzijde 57 van het handboek Dieren in de zorg.
3.9 Een hond wordt ingezet bij ouderen in een verzorgingstehuis. Welke vragen kun je stellen vanuit de dierethiek?
Goed geantwoord. Deze vragen zijn vragen die gaan over het welzijn van het dier tijdens de omgang met mensen. De andere vragen zijn vragen die te maken hebben met mensethiek. Dat zijn vragen die gaan over het welzijn en welbevinden van de bewoners van het verzorgingsthuis.
Niet goed. De vragen Krijgt de hond voldoende rust en Kunnen de ouderen goed met de hond omgaan, gaan over het welzijn van het dier. De andere vragen zijn vragen die te maken hebben met mensethiek. Dat zijn vragen die gaan over het welzijn en welbevinden van de bewoners van het verzorgingsthuis.
Lees de informatie van paragraaf 3.3.5 op bladzijde 60-62 van het handboek Dieren in de zorg.
Tussen mens en dier bestaan overeenkomsten, maar ook verschillen. Er zijn drie terreinen waarop we mens en dier met elkaar kunnen vergelijken:
-
existentieel (= manier van leven; bijv. werk, hobby’s, cultuur, spel, religie)
-
geestelijk
-
lichamelijk
3.10 Op één van deze terreinen is het verschil tussen mens en dier heel groot. Zo groot dat er eigenlijk geen overeenkomsten meer zijn. Op welk terrein is dat?
Klopt. Op lichamelijk terrein zijn er geen verschillen tussen mens en dier. De pijn aan een been is bijvoorbeeld bij mens en dier gelijk. Mensen kunnen door hun verbeeldingskracht wel een andere betekenis aan de pijn geven. Op geestelijk niveau zijn er wel verschillen, maar ook overeenkomsten. Maar op existentieel niveau zijn er alleen maar verschillen: Mensen leven totaal anders dan dieren.
Niet juist. Op lichamelijk terrein zijn er geen verschillen tussen mens en dier. De pijn aan een been is bijvoorbeeld bij mens en dier gelijk. Mensen kunnen door hun verbeeldingskracht wel een andere betekenis aan de pijn geven. Op geestelijk niveau zijn er wel verschillen, maar ook overeenkomsten. Maar op existentieel niveau zijn er alleen maar verschillen: Mensen leven totaal anders dan dieren.
Bekijk het schema en lees de informatie van de laatste alinea op bladzijde 61 van het handboek Dieren in de zorg.
3.11 “Mensen zijn nog kwetsbaarder dan dieren. Als we dieren op wel 100 verschillende manieren kunnen schaden, dan kunnen we dat bij mensen wel op 100.000 manieren doen.” Is deze bewering juist of onjuist?
De bewering is inderdaad juist. Mensen verschillen op geestelijk en existentieel gebied van dieren. Je kunt zeggen dat dieren wat ‘eenvoudiger’ in elkaar steken dan mensen. Zo is de psychische toestand van dieren ‘eenvoudiger’ dan die van mensen. En is het gedragsrepertoire (al het gedrag dat een mens of dier kan vertonen) van een dier kleiner dan van een mens. Een dier kun je dus op minder manieren schaden dan een mens.
Niet goed geantwoord. De bewering is juist. Mensen verschillen op geestelijk en existentieel gebied van dieren. Je kunt zeggen dat dieren wat ‘eenvoudiger’ in elkaar steken dan mensen. Zo is de psychische toestand van dieren ‘eenvoudiger’ dan die van mensen. En is het gedragsrepertoire (al het gedrag dat een mens of dier kan vertonen) van een dier kleiner dan van een mens. Een dier kun je dus op minder manieren schaden dan een mens.
Afb. 3.3
Lees de informatie over begrippen op bladzijde 63 en 64 van het handboek Dieren in de zorg.
3.12 Bij de inzet van dieren in de zorg wordt onder andere gebruik gemaakt van `PRIMA’. PRIMA verwijst naar een aantal Engelse termen. Waarvoor staat de I in deze afkorting?
Inderdaad. De afkorting staat voor Predictable (voorspelbaar); Reliable (betrouwbaar); Inspiring (inspirerend); Manageable (controleerbaar); Appropriate (geschikt).
Dat klopt niet. De afkorting staat voor Predictable (voorspelbaar); Reliable (betrouwbaar); Inspiring (inspirerend); Manageable (controleerbaar); Appropriate (geschikt).
Lees de informatie van paragraaf 3.4.3 op bladzijde 63 en 64 van het handboek Dieren in de zorg.
3.13 Wat is het doel van ‘PRIMA’-zorg bij de inzet van dieren in de zorg?
Je hebt het goede antwoord gegeven. ‘PRIMA’-zorg is een manier om een goede match tussen dier en cliënt te vinden, zodat het contact tussen mens en dier goed verloopt en het zorgdoel wordt gehaald.
Helaas, niet goed geantwoord. ‘PRIMA’-zorg is een manier om een goede match tussen dier en cliënt te vinden, zodat het contact tussen mens en dier goed verloopt en het zorgdoel wordt gehaald.
Lees de informatie van paragraaf 3.4.5 op bladzijde 64 en 65 van het handboek Dieren in de zorg.
3.14 Om te kijken of zich bij de inzet van dieren in de zorg misschien een ethisch probleem voordoet, kunnen we een quickscan doen. Hiermee stellen we vast of de inzet van het dier `gewoon’ of `buitengewoon’ is. Is de onderstaande bewering juist of onjuist?
Inderdaad. Als een quickscan laat zien dat de inzet van het dier in ethisch opzicht ‘gewoon’ is, dan is verder onderzoek niet nodig. Je kunt er dan vanuit gaan dat het dierenwelzijn op peil is. Als uit de quickscan naar voren komt dat de inzet van het dier ‘buitengewoon’ is, dan betekent dat dat er kans is op aantasting van het dierenwelzijn. Je moet dan eerst onderzoeken of de inzet van het dier op deze manier wel verantwoord is voordat je tot inzet overgaat.
Dat is niet het goede antwoord. Als een quickscan laat zien dat de inzet van het dier in ethisch opzicht ‘gewoon’ is, dan is verder onderzoek niet nodig. Je kunt er dan vanuit gaan dat het dierenwelzijn op peil is. Als uit de quickscan naar voren komt dat de inzet van het dier ‘buitengewoon’ is, dan betekent dat dat er kans is op aantasting van het dierenwelzijn. Je moet dan eerst onderzoeken of de inzet van het dier op deze manier wel verantwoord is voordat je tot inzet overgaat.
Afb. 3.4
Lees de informatie van paragraaf 3.4.5 op bladzijde 64 en 65 van het handboek Dieren in de zorg.
Bekijk de tabel en lees de volgende casus:
Gewoon |
Buitengewoon |
|
---|---|---|
Acceptatie |
Algemene aanvaarding |
Brede maatschappelijke discussie |
Welzijn dier |
Geen stress of eustress |
Distress |
Management |
Zorgplan |
Geen plan of zwaar onvolledig plan |
Effect |
Zoals verwacht |
Geen effect |
Ethiek |
Quickscan |
Gedegen afweging |
3.15 “Een paard wordt ingezet in een therapie. Het paard vertoont geen stress en de therapie heeft prima resultaten. Er is van tevoren geen zorgplan opgesteld.” Is dit een voorbeeld van de inzet van het paard als ‘buitengewoon’ of als ‘gewoon’ te bestempelen?
Inderdaad. De inzet van het paard is hier ‘buitengewoon’ te noemen, omdat er van tevoren geen zorgplan is opgesteld. Het ontbreken van zo’n plan zorgt ervoor dat het dierenwelzijn bij deze therapie misschien niet optimaal is. Er moet dus meer onderzoek worden gedaan naar het dierenwelzijn voordat het paard nogmaals kan worden ingezet.
Niet goed. De inzet van het paard is hier ‘buitengewoon’ te noemen, omdat er van tevoren geen therapieplan is opgesteld. Het ontbreken van zo’n plan zorgt ervoor dat het dierenwelzijn bij deze therapie misschien niet optimaal is. Er moet dus meer onderzoek worden gedaan naar het dierenwelzijn voordat het paard nogmaals kan worden ingezet.