Dieren in de zorg

3 Het dier binnen de zorgethiek

3.1 Het dier binnen de zorgethiek - vragen

Lees de informatie van paragraaf 3.2.1 op bladzijde 55 van het handboek Dieren in de zorg.

3.1 “Om het gedrag van een dier goed te kunnen begrijpen, moeten we zoveel mogelijk naar een dier kijken alsof het een mens is.”

Is deze bewering waar of niet waar?

Afb. 3.1

Lees de informatie van paragraaf 3.2.1 op bladzijde 55 van het handboek Dieren in de zorg.

3.2 Wat zijn voorbeelden van een antropomorfe benadering van een dier door een mens (dat is: kijken naar het dier alsof het een mens is)?

Bekijk de afbeelding op pagina 52 en lees de informatie in de cirkel.

3.3 Wat zijn volgens het Welfare Quality-systeem de vier belangrijkste dingen waaraan we het welzijn van dieren kunnen meten?

Lees de informatie over het verschil tussen waarden en normen in paragraaf 3.3.2. op bladzijde 57 en 58 van het handboek Dieren in de zorg. Bekijk ook deze website: dierenmuseum.

3.5 In de ethiek wordt - heel kort gezegd - nagedacht over wat goed is om te doen. Wat we goed vinden om te doen heeft te maken met onze waarden en normen. Hoort de volgende omschrijving bij waarden of bij normen?

Lees de informatie van paragraaf 3.3.2 bladzijde 57 van het handboek Dieren in de zorg.

3.6 Wat zijn voorbeelden van waarden?

Lees de informatie op bladzijde 36 (de tekst in het kader) en paragraaf 3.3.5 op bladzijde 60 en 61 van het handboek Dieren in de zorg.

3.7 Van dieren zeggen we dat ze een intrinsieke waarde hebben. Wat betekent dit?

Lees de informatie van paragraaf 3.3.5 op bladzijde 60-62 van het handboek Dieren in de zorg.

3.8 Waaruit bestaat de ethiek rondom `dieren in de zorg’?

Afb. 3.2

Lees de informatie van paragraaf 3.3.2 op bladzijde 57 van het handboek Dieren in de zorg.

3.9 Een hond wordt ingezet bij ouderen in een verzorgingstehuis. Welke vragen kun je stellen vanuit de dierethiek?

Lees de informatie van paragraaf 3.3.5 op bladzijde 60-62 van het handboek Dieren in de zorg.

Tussen mens en dier bestaan overeenkomsten, maar ook verschillen. Er zijn drie terreinen waarop we mens en dier met elkaar kunnen vergelijken:

  • existentieel (= manier van leven; bijv. werk, hobby’s, cultuur, spel, religie)

  • geestelijk

  • lichamelijk

3.10 Op één van deze terreinen is het verschil tussen mens en dier heel groot. Zo groot dat er eigenlijk geen overeenkomsten meer zijn. Op welk terrein is dat?

Bekijk het schema en lees de informatie van de laatste alinea op bladzijde 61 van het handboek Dieren in de zorg.

3.11 “Mensen zijn nog kwetsbaarder dan dieren. Als we dieren op wel 100 verschillende manieren kunnen schaden, dan kunnen we dat bij mensen wel op 100.000 manieren doen.” Is deze bewering juist of onjuist?

Is deze bewering juist of onjuist?

Afb. 3.3

Lees de informatie over begrippen op bladzijde 63 en 64 van het handboek Dieren in de zorg.

3.12 Bij de inzet van dieren in de zorg wordt onder andere gebruik gemaakt van `PRIMA’. PRIMA verwijst naar een aantal Engelse termen. Waarvoor staat de I in deze afkorting?

Lees de informatie van paragraaf 3.4.3 op bladzijde 63 en 64 van het handboek Dieren in de zorg.

3.13 Wat is het doel van ‘PRIMA’-zorg bij de inzet van dieren in de zorg?

Lees de informatie van paragraaf 3.4.5 op bladzijde 64 en 65 van het handboek Dieren in de zorg.

3.14 Om te kijken of zich bij de inzet van dieren in de zorg misschien een ethisch probleem voordoet, kunnen we een quickscan doen. Hiermee stellen we vast of de inzet van het dier `gewoon’ of `buitengewoon’ is. Is de onderstaande bewering juist of onjuist?

“Als de inzet van het dier buitengewoon is, moeten we verder gaan onderzoeken of de inzet ethisch wel verantwoord is.”

Afb. 3.4

Lees de informatie van paragraaf 3.4.5 op bladzijde 64 en 65 van het handboek Dieren in de zorg.

Bekijk de tabel en lees de volgende casus:

Gewoon

Buitengewoon

Acceptatie

Algemene aanvaarding

Brede maatschappelijke discussie

Welzijn dier

Geen stress of eustress

Distress

Management

Zorgplan

Geen plan of zwaar onvolledig plan

Effect

Zoals verwacht

Geen effect

Ethiek

Quickscan

Gedegen afweging

3.15 “Een paard wordt ingezet in een therapie. Het paard vertoont geen stress en de therapie heeft prima resultaten. Er is van tevoren geen zorgplan opgesteld.” Is dit een voorbeeld van de inzet van het paard als ‘buitengewoon’ of als ‘gewoon’ te bestempelen?

To top