4 Zoönosen in de zorg; een beheersbaar risico
4.1 Zoönosen in de zorg; een beheersbaar risco - vragen
Lees de informatie van paragraaf 4.2.1 op bladzijde 75 van het handboek Dieren in de zorg.
4.1 De effecten van de inzet van dieren in de zorg kunnen zowel positief als negatief zijn. Hieronder staan een aantal positieve en negatieve effecten door elkaar genoemd. Wat zijn negatieve effecten van dieren in de zorg?
Goed geantwoord. Dit zijn inderdaad negatieve effecten die kunnen optreden als je dieren inzet in de zorg. De mentale uitdaging die dieren zijn voor mensen en de vermindering van eenzaamheid en verveling zijn juist positieve effecten.
Niet juist. Kijk nog eens goed. De mentale uitdaging die dieren zijn voor mensen en de vermindering van eenzaamheid en verveling zijn juist positieve effecten. De andere effecten die staan genoemd zijn negatief.
Afb. 4.1
Lees de informatie van paragraaf 4.2.2 op bladzijde 75 en 76 van het handboek Dieren in de zorg .
4.2 Het risico op overdracht van zoönosen is één van de negatieve effecten van de inzet van dieren in de zorg. Vul de zin aan. “Zoönosen zijn infectieziekten die op natuurlijke wijze ……”
Inderdaad. Zoönosen kunnen van gewerveld dier op mens worden overgedragen, en andersom. Omdat mens en dier in nauw contact staan met elkaar als het dier ingezet wordt bij de zorg, is dit gevaar aanwezig.
Dit klopt niet. Zoönosen kunnen van gewerveld dier op mens worden overgedragen, en andersom. Omdat mens en dier in nauw contact staan met elkaar als het dier ingezet wordt bij de zorg, is dit gevaar aanwezig.
Lees de informatie van paragraaf 4.2.3 op bladzijde 76 en 77 van het handboek Dieren in de zorg.
4.3 Is de volgende bewering over zoönosen juist of onjuist?
Dat klopt. De laatste jaren neemt het aantal zoönosen snel toe. Daar zijn verschillende redenen voor. Een reden is het toegenomen aantal reizen over de hele wereld. Mensen nemen de zoönosen mee vanuit andere landen.
Dat klopt niet. De laatste jaren neemt het aantal zoönosen snel toe. Daar zijn verschillende redenen voor. Een reden is het toegenomen aantal reizen over de hele wereld. Mensen nemen de zoönosen mee vanuit andere landen.
Lees de informatie van paragraaf 4.3 op bladzijde 78-81 van het handboek Dieren in de zorg.
4.4 Zoönosen worden door ziekteverwekkers veroorzaakt. Ziekteverwekkers worden met een moeilijk woord ook wel pathogenen genoemd. Wat zijn voorbeelden van pathogenen?
Helemaal goed, dit zijn inderdaad voorbeelden van pathogenen.
Fout geantwoord. Ratten en allergenen zijn geen pathogenen, de rest van de genoemde ziekteverwekkers zijn dat wel.
Lees de informatie in het tekstkader MRSA op bladzijde 79 van het handboek Dieren in ze zorg.
4.5 Meneer Verhoeven heeft een groot varkensbedrijf. Hij heeft een jaar met pech achter de rug waarbij hij zijn varkens veel antibiotica heeft moeten laten toedienen. En nu is hij tijdens zijn werk ook nog uitgegleden. Hij heeft zijn been gebroken en moet worden geopereerd. Maar hij kan niet zomaar in het ziekenhuis terecht. Want het ziekenhuis is bang dat meneer Verhoeven een ziekteverwekker bij zich draagt. Voor welke ziekteverwekker is het ziekenhuis bang?
Dat is het goede antwoord. Het ziekenhuis is bang dat meneer Verhoef dragen is van MRSA, ook wel de ziekenhuisbacterie genoemd. Deze bacterie wordt onder andere aangetroffen bij varkens. MRSA is vooral gevaarlijk voor mensen met een ernstig verminderde weerstand. Die zijn er natuurlijk veel in het ziekenhuis. Het is een gevaarlijke bacterie omdat hij de laatste jaren resistent is geworden tegen de meest gangbare antibiotica. De bacterie is daardoor moeilijk te bestrijden. Het ziekenhuispersoneel moet extra maatregelennemen bij de behandeling van patiënten zoals meneer Verhoef.
Dat is het niet het goede antwoord. Het ziekenhuis is bang dat meneer Verhoef dragen is van MRSA, ook wel de ziekenhuisbacterie genoemd. Deze bacterie wordt onder andere aangetroffen bij varkens. MRSA is vooral gevaarlijk voor mensen met een ernstig verminderde weerstand. Die zijn er natuurlijk veel in het ziekenhuis. Het is een gevaarlijke bacterie omdat hij de laatste jaren resistent is geworden tegen de meest gangbare antibiotica. De bacterie is daardoor moeilijk te bestrijden. Het ziekenhuispersoneel moet extra maatregelennemen bij de behandeling van patiënten zoals meneer Verhoef.
Lees de informatie onder het kopje Schimmels op bladzijde 80 van het handboek Dieren in de zorg.
4.6 Hoe wordt ringworm vaak overgedragen van dier op mens?
Klopt. Ringworm is een schimmel. Schimmels kunnen goed doordringen in natte, enigszins verweekte of beschadigde huid. Ze verspreiden zich bijvoorbeeld via borstels waarmee de vacht van een dier is behandeld of via manden en dekens waar dieren op liggen.
Niet juist. Ringworm is een schimmel. Schimmels kunnen goed doordringen in natte, enigszins verweekte of beschadigde huid. Ze verspreiden zich bijvoorbeeld via borstels waarmee de vacht van een dier is behandeld of via manden en dekens waar dieren op liggen.
Afb. 4.2
Lees de informatie onder het kopje Schimmels op bladzijde 80 van het handboek Dieren in de zorg .
4.7 Je oma van 95 woont in een verzorgingstehuis en is dol op katten. Je wilt haar verrassen door je eigen kat een keer mee te nemen. Je hebt net een kale plek ontdekt bij je kat en je hebt zelf op je arm een rode schilferige plek die nogal jeukt. Je gaat even met de plek naar de huisarts. De huisarts constateert dat het ringworm is. Kun je naar je oma?
Inderdaad. Je kunt wel naar je oma, maar knuffelen is niet verstandig. Want ringworm is een schimmelinfectie die door huidcontact kan worden overgedragen. Je kat kun je beter thuislaten. Je oma mag je kat niet knuffelen, ook weer vanwege de ringworm. Op die manier hebben je oma en de kat weinig aan het bezoek. Als je kat geen ringworm meer heeft (dat kan maanden duren), kun je hem weer meenemen.
Helaas is dit niet het goede antwoord. Je kunt wel naar je oma, maar knuffelen is niet verstandig. Want ringworm is een schimmelinfectie die door huidcontact kan worden overgedragen. Je kat kun je beter thuislaten. Je oma mag je kat niet knuffelen, ook weer vanwege de ringworm. Op die manier hebben je oma en de kat weinig aan het bezoek. Als je kat geen ringworm meer heeft (dat kan maanden duren), kun je hem weer meenemen.
Lees de informatie over ectoparasieten, mijten, virussen, tussen- en eindgastheren en nog veel meer in paragraaf 4.3 op bladzijde 78 – 83 van het handboek Dieren in de zorg.
4.8 Je leest een aantal beweringen over ziekteverwekkers. Welke beweringen zijn waar?
Goed gedaan! De beweringen die je hebt geselecteerd zijn allemaal waar.
Niet goed geantwoord. De beweringen die je hebt geselecteerd zijn niet waar.
Lees de informatie over de verspreiding van ziekteverwekkers in paragraaf 4.3.4 op bladzijde 82 – 83 van het handboek Dieren in de zorg.
4.9 Verspreiding van ziekteverwekkers gebeurt op verschillende manieren. Om risico’s in te kunnen schatten en preventieve maatregelen te nemen, moet je weten hoe een ziekteverwekker verspreid wordt. Is de volgende bewering juist of onjuist?
Inderdaad, ziekteverwekkers kunnen worden verspreid via je eten. Bijvoorbeeld via onvoldoende verhit vlees, melk of slecht gewassen groenten. Andere manieren van verspreiding zijn:
-
Direct contact: bijvoorbeeld likken in het gezicht door een hond, bijten en krabben
-
Indirect contact met materialen bv borstels, naalden, dekens
-
Contact met lichaamsvloeistoffen: urine, speeksel, bloed en uitwerpselen
-
Via de lucht: bijvoorbeeld met niezen en hoesten
-
Via vectoren (zoals de muggen, teken en vlooien), zij kunnen ziekteverwekkers overbrengen.
Klopt niet. Ziekteverwekkers kunnen wel worden verspreid via je eten. Bijvoorbeeld via onvoldoende verhit vlees, melk of slecht gewassen groenten. Andere manieren van verspreiding zijn:
-
Direct contact: bijvoorbeeld likken in het gezicht door een hond, bijten en krabben
-
Indirect contact met materialen bv borstels, naalden, dekens
-
Contact met lichaamsvloeistoffen: urine, speeksel, bloed en uitwerpselen
-
Via de lucht: bijvoorbeeld met niezen en hoesten
-
Via vectoren (zoals de muggen, teken en vlooien), zij kunnen ziekteverwekkers overbrengen.
Lees de informatie over allergie en de klachten die voorkomen in paragraaf 4.4.1 bladzijde 83-84 van het handboek Dieren in de zorg.
4.10 Dieren kunnen een allergische reactie bij mensen oproepen. Wat zijn veel voorkomende klachten bij allergie?
Inderdaad. Als iemand een of meerdere van deze klachten heeft als hij met een dier in aanraking komt, dan kun je denken aan een allergie. Bij haaruitval of stramme spieren en gewrichten is het niet waarschijnlijk dat een allergie de oorzaak is. Bedenk wel dat een allergische reactie niet altijd acuut (dus direct merkbaar) is. Iemand kan ook chronische klachten hebben.
Niet goed. Bij klachten als haaruitval of stramme spieren en gewrichten is het niet waarschijnlijk dat een allergie de oorzaak is. Als iemand een of meerdere van de andere genoemde klachten heeft als hij met een dier in aanraking komt, dan is een allergie wél waarschijnlijk. Bedenk wel dat een allergische reactie niet altijd acuut (dus direct merkbaar) is. Iemand kan ook chronische klachten hebben.
Lees de informatie over de ziekte van Weil (ook wel leptospirose genoemd) op bladzijde 93-94 van het handboek Dieren in de zorg.
4.11 Honden kunnen via de urine van bijvoorbeeld ratten besmet raken met de ziekte van Weil. Daardoor kunnen ze heftige nier- en leverproblemen krijgen. Een maatregel die je kunt nemen om je hond te beschermen tegen deze ziekte is inenting. Wanneer kun je de inenting het beste laten plaatsvinden?
Inderdaad. Je moet je hond jaarlijks tegen de ziekte van Weil laten inenten. Als je de hond in de lente laat inenten, kan hij voldoende bescherming opbouwen voor het zwemseizoen. Sinds 2014 is er een nieuw vaccin waaraan 2 nieuwe stammen zijn toegevoegd voor een nog betere bescherming tegen de ziekte van Weil.
Niet goed. Je moet je hond jaarlijks tegen de ziekte van Weil laten inenten. Als je de hond in de lente laat inenten, kan hij voldoende bescherming opbouwen voor het zwemseizoen. Sinds 2014 is er een nieuw vaccin waaraan 2 nieuwe stammen zijn toegevoegd voor een nog betere bescherming tegen de ziekte van Weil.
Afb. 4.3
Lees de informatie bladzijde 102 van het handboek Dieren in de zorg. Het gaat om de tekst onder het kopje Cheyletiella parasitovorax. Dat is de Latijnse naam voor vachtmijt.
4.12 Een cliënt heeft een konijn op zijn schoot. Hij roept je, want het konijn heeft witte schilfers in de nek en op de rug zitten. Wat is de meest aannemelijke aandoening?
Inderdaad. Walking dandruff (ofwel ‘wandelende roos’ of vachtmijt) is een mijt die voorkomt bij konijnen. Je ziet vaak witte schilfertjes met wat dunne beharing, meestal op de romp, rug en rond de lendenen. Je kunt een plakbandmonster nemen en bij de dierenarts onder een microscoop laten bekijken. Je krijgt een anti-parasitair middel mee om het konijn mee te behandelen. De cliënt moet ook worden gecontroleerd op rode vlekjes en milde jeuk.
Niet juist. Dit konijn heeft waarschijnlijk walking dandruff (ofwel ‘wandelende roos’ of vachtmijt). Dat is een mijt die voorkomt bij konijnen. Je ziet vaak witte schilfertjes met wat dunne beharing, meestal op de romp, rug en rond de lendenen. Je kunt een plakbandmonster nemen en bij de dierenarts onder een microscoop laten bekijken. Je krijgt een anti-parasitair middel mee om het konijn mee te behandelen. De cliënt moet ook worden gecontroleerd op rode vlekjes en milde jeuk.
Lees de informatie onder het kopje Salmonellose op bladzijde 94 en 95 van het handboek Dieren in de zorg.
4.13 Je opa en oma zijn 60 jaar getrouwd en wonen in een verzorgingshuis. Ze geven een feestje voor de hele familie met lekker eten. Opa is helemaal gek op ananas-bavarois. De hele schaal gaat leeg met hulp van de kleinkinderen. De volgende dag zijn er 5 mensen ziek geworden: braken, diarree met bloed erbij, buikpijn, koorts, enzovoort. Welke bacterie is waarschijnlijk de oorzaak van de klachten?
Inderdaad. De beschreven klachten horen bij een salmonellabesmetting. De salmonellabacterie kan voorkomen in dierlijke producten, met name van pluimvee. In dit geval zal de bavarois (gemaakt met rauwe eieren) de boosdoener zijn.
Onjuist. De beschreven klachten horen bij een salmonellabesmetting. De salmonellabacterie kan voorkomen in dierlijke producten, met name van pluimvee. In dit geval zal de bavarois (gemaakt met rauwe eieren) de boosdoener zijn.
Lees de informatie onder het kopje Salmonellose op bladzijde 94 en 95 van het handboek Dieren in de zorg.
4.14 Wie lopen de meeste risico op ernstige ziekteverschijnselen bij een salmonellabesmetting?
Klopt. Gezonde volwassenen kunnen wel ziek worden van een salmonellabacterie, maar meestal genezen ze na een paar dagen spontaan. Ze kunnen dan nog wel besmettelijk zijn voor anderen. Mensen met een verminderde afweer en kinderen onder de 5 jaar kunnen flink ziek worden van een salmonellabesmetting. Zij lopen kans op bijvoorbeeld bloedvergiftiging, hartproblemen, shock of verminderde nierfunctie.
Niet juist. Gezonde volwassenen kunnen wel ziek worden van een salmonellabacterie, maar meestal genezen ze na een paar dagen spontaan. Ze kunnen dan nog wel besmettelijk zijn voor anderen. Mensen met een verminderde afweer en kinderen onder de 5 jaar kunnen flink ziek worden van een salmonellabesmetting. Zij lopen kans op bijvoorbeeld bloedvergiftiging, hartproblemen, shock of verminderde nierfunctie.
Lees de informatie op bladzijde 99 en 100 (kopje Giardia) van het handboek Dieren in de zorg.
4.15 Een veelvoorkomende zoönose is Giardia. Wat is Giardia?
Goed. Giardia is een zogenaamde protozo. Dat is een eencellige parasiet. Het is in Nederland de meest voorkomende pathogene darmparasiet bij de mens. De parasiet wordt verspreid via ontlasting. Mensen lopen een besmetting meestal op door het eten of drinken van besmet voedsel of water.
Niet goed. Giardia is een zogenaamde protozo. Dat is een eencellige parasiet. Het is in Nederland de meest voorkomende pathogene darmparasiet bij de mens. De parasiet wordt verspreid via ontlasting. Mensen lopen een besmetting meestal op door het eten of drinken van besmet voedsel of water.
Lees de informatie op bladzijde 99 en 100 (kopje Giardia) van het handboek Dieren in de zorg.
4.16 Is de volgende bewering juist of onjuist?
Dit is het goede antwoord. Giardia kan ook van mens op mens worden overgebracht. Zolang de parasiet in de darm aanwezig is, is iemand besmettelijk voor anderen. Daarom zullen vaak meerdere gezinsleden klachten vertonen.
Dit is niet het goede antwoord. Giardia kan ook van mens op mens worden overgebracht. Zolang de parasiet in de darm aanwezig is, is iemand besmettelijk voor anderen. Daarom zullen vaak meerdere gezinsleden klachten vertonen.
Lees de informatie op de bladzijden 78 en 86 van het handboek Dieren in de zorg over de risicogroep van zwangere vrouwen. Lees ook de informatie op de volgende website: kinderboerderijen.
4.17 Er is net een lammetje geboren bij een schapenhouder. De buurvrouw van deze schapenhouders wil komen kijken naar het lammetje. De buurvrouw is 4 maanden zwanger. Welk advies kun je haar het beste geven?
Inderdaad. Zwangere vrouwen hebben tijdens de zwangerschap een verminderde afweer en lopen daardoor extra risico op besmetting met zoönosen. Intensief contact met dieren kunnen ze beter vermijden. De lammertijd vormt voor zwangere vrouwen een extra risico. Het advies aan zwangere vrouwen is om niet in de kraamstal te komen.
Niet juist. Zwangere vrouwen hebben tijdens de zwangerschap een verminderde afweer en lopen daardoor extra risico op besmetting met zoönosen. Intensief contact met dieren kunnen ze beter vermijden. De lammertijd vormt voor zwangere vrouwen een extra risico. Het advies aan zwangere vrouwen is om niet in de kraamstal te komen.